Oudduitse Herder
Wat moet je weten over de Oudduitse herder?
Allereerst is het belangrijk te weten dat de Oudduitse herder vele gelijkenissen heeft met de beter bekende Duitse herders. Maar waar zit nu het verschil?
Om het verschil te begrijpen moeten we even terug in de tijd. Zo heeft de (Duitse) geschiedenis namelijk een grote impact gehad op de Oudduitse herders.
Onder meer de bouw van de Berlijnse muur zorgde voor een scheiding tussen Oost en West Duitsland waardoor ook verschillende lijnen herders in allerlei kleuren en types werden gefokt.
Enerzijds had je in Oost Duitsland de DDR lijnen. Dit waren Duitse Herders die niet op uiterlijk werden beoordeeld maar op inzetbaarheid, werkgewilligheid en gezondheid. Deze honden hadden een rechte rug en waren steviger van bouw.
In het Westen stelde men andere prioriteiten. Hier keek men vooral naar het uiterlijk in plaats van werkvermogen. De geel-zwarte Duitse herder was het meest gewenst, ook ontstonden schoonheidsidealen zoals de afvallende achterhand (scheve rug), dunnere bouw,... Bovendien was er meer inteelt binnen deze lijnen om aan het schoonheidsideaal te voldoen wat ook resulteerde in fysieke kenmerken die werden vastgelegd zoals de kleinere bouw.
Wat aan beide kanten echter ongewijzigd bleef, is dat overal sporadisch langharige pups bleven geboren worden uit kortharige ouders. Deze langharige pups waren toen ongewenst (en zijn dit vaak nog steeds) Er werd verboden met ze te fokken. Doorheen de jaren werd dit toch gedaan en zo ontstonden verschillende verenigingen van liefhebbers van deze langharige Duitse herders. De term Oudduitse herder verwijst naar het ‘oudere’ herderstype van eind vorige eeuw waarnaar men streeft.
De belangrijkste karaktereigenschappen van Oudduitse herders die men tracht te bewaren zijn: een evenwichtig karakterbeeld, zenuwvast, zelfverzekerd, goedaardig, opmerkzaam en goed te trainen.
De meest opvallende uiterlijke kenmerken zijn de stevige bouw, rechte rug, krachtig en goed gespierde lichaam enz.
Bij de Oudduitse herder zijn alle kleuren toegestaan. Je kan dus Oudduitse herders in een grote variëteit aan kleuren tegenkomen zoals Blauwe Oudduitse herders, maar ook zwarte Oudduitse herders, zilverkleurige Oudduitse herders, enz. Het is belangrijk om te weten dat al deze kleuren van nature uit voorkomen in het ras maar doordat deze vroeger uit de fok gehouden werden omdat ze als fokfout gezien werden én omdat deze genetisch minder vaak voorkomen, zijn deze kleuren echter minder bekend.
De enige kleur die in sommige verenigingen nog ongewenst is, is wit. Naar onze mening héél jammer aangezien aan de basis van de eerste Duitse herders reeds witte herders werden gebruikt, dit werd bewezen door de vele witte herders die geboren werden uit twee raszuivere Duitse herder ouders. Ook was Greif von sparwasser een witte Thüringse herder en bovendien grootvader van Horand von Grafrath, (de eerste hond ooit met het label Duitse herder.
Het is voor ons belangrijk te benadrukken dat gezondheid en karakter op de eerste plaats komen en wij niet noodzakelijk willen vasthangen aan de standaardkleur Duitse herder, maar ook de meerwaarde en schoonheid zien in de kleuren die in een verleden werden uitgesloten van de fok.
Max von Stephanitz, Stichter van het ras, zei ooit, “No good dog can be a bad color. The coloring of a dog has no significance whatsoever for service”